Aan het begin van het jaar 2020 kon nog niet worden vermoed wat er op komst was. Het coronavirus, ook wel Covid-19, heeft in 2020 wereldwijd hard toegeslagen en een crisis veroorzaakt die haar weerga in de moderne geschiedenis niet kent. De coronacrisis is niet alleen een gezondheidscrisis, maar ook een sociaal-maatschappelijke, economische en financiële crisis. Zoals het alle vlakken van de samenleving raakt, raakt het ook alle onderdelen van de gemeentelijke organisatie. De jaarstukken van 2020 kunnen daarom niet los worden gezien van de coronacrisis die overkoepelend alles in haar greep heeft gehouden. De gemeente heeft zich in 2020 ingespannen om binnen de beperkingen van Covid-19 doorgang te geven aan de reguliere en wettelijke taken. De extra werkzaamheden en taken als gevolg van (het bestrijden van) de coronacrisis kwamen daarbovenop. Covid-19 heeft verstrekkende gevolgen voor de hele gemeente die zich niet beperken tot een bepaald programma. Door een paragraaf die specifiek gewijd is aan de coronacrisis toe te voegen aan de jaarstukken van 2020 kan een dwarsdoorsnede van de beleidsmatige en financiële gevolgen van de coronacrisis worden gegeven.
Verloop van de coronacrisis
Toen begin januari 2020 de eerste berichten over coronabesmettingen Nederland bereikten, had nog niemand kunnen voorzien welke impact het virus dat jaar op ons land en onze gemeente zou gaan hebben. Nadat op 27 februari 2020 de eerste coronabesmetting in Nederland werd vastgesteld, ging alles erg snel. Het kabinet kwam met een serie persconferenties waarin zij maatregelen aankondigde die verspreiding van het virus tegen moesten gaan. Vanaf 6 maart mochten er geen handen meer worden geschud en een paar dagen later werden (11 maart) evenementen met meer dan 100 personen afgelast en werd (12 maart) thuiswerken aanbevolen. Vanaf 15 maart werd ook de horeca gesloten evenals scholen, kinderopvangcentra en sportclubs. Vervolgens gingen ook verpleeghuizen op 19 maart dicht voor bezoek. Een paar dagen later bereikte de coronacrisis op 22 maart een landelijke piek en besloot het kabinet op 23 maart om een zogenoemde ‘intelligente lockdown’ aan te kondigen. In deze lockdown golden er langdurigere beperkingen voor grote bijeenkomsten, werden de basisregels omtrent hygiëne en afstand houden verder aangescherpt en gingen ook de contactberoepen dicht. Daarnaast moesten mensen die ziek werden zoveel mogelijk thuisblijven en werd thuiswerken de norm. Hoewel de hoop op de effectiviteit van deze maatregelen leidde tot enig perspectief bleek al snel dat we op dat moment pas aan het begin stonden van een bewogen jaar dat volop in het teken zou staan van Covid-19, ook wel bekend als de coronacrisis.
Door het verloop van de coronacrisis en de tijd die er nodig was voor het ontwikkelen van een vaccin hebben we in 2020 landelijk te maken gehad met twee pieken in de besmettingen: de eerste (steile) piek vanaf maart tot en met halverwege mei en vervolgens een tweede (langdurigere) piek vanaf begin oktober tot ver in 2021. In de tussenperiode waren de besmettingen relatief laag en was er sprake van enige versoepeling van de maatregelen. Eind 2020 doken er twee besmettelijkere varianten op het bekende coronavirus op. Vaak moesten er met slechts de helft van de benodigde informatie maatregelen worden genomen of moesten genomen maatregelen achteraf worden bijgesteld. Al met al was de landelijke impact van de coronacrisis in 2020 daarmee groot.
Ook in Hilversum was de impact van de crisis groot. Zo zijn er 3.409 (geregistreerde) Hilversummers korte of langere tijd ziek geweest als gevolg van een coronabesmetting. Ook hebben we in 2020 afscheid moeten nemen van 59 Hilversummers die overleden aan de gevolgen van corona. Daarnaast zijn onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties ook (in)direct getroffen door het coronavirus als gevolg van de genomen maatregelen die onze volksgezondheid moeten beschermen. Dit heeft een enorme impact gehad op de getroffen inwoners en gezinnen.
Voor de gemeentelijke organisatie betekende de crisis ook veel. In de coronacrisis is er vanaf de acute crisisfase vanaf midden maart 2020 op vele vlakken tegelijk geschakeld. Er is intensief afgestemd en samengewerkt tussen het Rijk, veiligheidsregio’s en gemeenten om ten eerste de gezondheidscrisis aan te pakken. Ook is er intensief contact onderhouden met retail, horeca, cultuur en sport, onder andere middels de Taskforce Anderhalve Meter. De vertaling van de landelijke maatregelen naar regionale uitvoering verliep in onze regio grotendeels via de voorzitter van de Veiligheidsregio, met opeenvolgende noodverordeningen om zo invulling te geven aan de aanwijzingen vanuit de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Vanaf eind juni werd de nationale crisisorganisatie afgeschaald naar een actieve waakvlam constructie en is er gewerkt aan de lange termijneffecten van de coronacrisis en aan de voorbereiding op een mogelijke tweede golf later in het jaar. Die tweede golf werd vanaf midden oktober werkelijkheid met het aankondigen van een gedeeltelijke lockdown. Vanaf 15 december besloot het kabinet de gedeeltelijke lockdown te verzwaren tot een harde lockdown waarin het openbare leven verder op slot ging door het sluiten van alle niet-essentiële winkels, horecagelegenheden en scholen, evenals een aanscherping van de regels voor het dagelijks leven. In de aanpak van de tweede lockdown kon worden voortgebouwd op de samenwerkingen die tijdens de eerste golf effectief hebben gewerkt.
We zijn gelijktijdig met de gezondheidscrisis ook direct als één overheid aan de slag gegaan om de economische klappen van de crisis op te vangen. Dat hebben we gedaan door de, per 17 maart 2020, ingestelde Rijksregelingen uit te voeren, zoals de Tijdelijke overbrugging zelfstandige ondernemers (TOZO), de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren Covid-19 (TOGS, uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) en de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW, uitgevoerd door het UWV). Deze maatregelen vormden zowel tijdens de eerste als tweede lockdown de kern van de steunpakketten vanuit het Rijk.
Rode draden in de corona-aanpak
Op voorspraak van motie 20-33 ‘Scenario’s steunpakket Corona’ publiceerde de gemeente Hilversum op 21 oktober haar eerste Coronabrief. Daarin werd uiteengezet hoe we als gemeente hebben gehandeld om de crisis tot op dat moment aan te pakken. Vanuit het goede contact met andere overheden en partijen in de stad kon er goed worden geanticipeerd op de ontwikkelingen in de crisis voor de langere termijn. In het kader van die lange termijn voorspellingen, hoe onzeker ook, hebben wij vier ‘rode draden’ benoemd, welke onze bijzondere aandacht krijgen in de aanpak van deze crisis. De aanpak van deze rode draden vormen daarmee een goed beeld van de belangrijkste ontwikkelingen in het bestrijden van de coronacrisis.
Rode draad 1: ondernemers in zwaar weer en een toename op werk- en inkomensvoorzieningen
De coronacrisis begon als een gezondheidscrisis, maar ontwikkelde zich gedurende 2020 ook tot een economische recessie. Bedrijven en ZZP-ers kregen het in Hilversum toenemend zwaar, wat onder meer terug te zien was in het groeiende beroep dat werd en wordt gedaan op de ondersteunings-voorzieningen van het Rijk en de gemeente.
Ontwikkelingen
Vanwege de coronacrisis zagen we:
- een flink aantal ZZP-ers die een beroep deden op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (TOZO) (4.616 gedurende 2020, regionaal zagen we daarbij een afname als gevolg van de partnertoets tussen Tozo 1 en Tozo 2 en 3: 2.674 Tozo 1 (58%), 1.091 Tozo 2 (24%), en 851 Tozo 3 (18%);
- in 2020 bijna twee derde meer bijstandsaanvragen (493 aanvragen) ten opzichte van dezelfde periode in 2019 (305 aanvragen, +61%), dat leverde in 2020 een relatieve stijging op van 6,5% van het totale bijstandsbestand;
- een toename op het aantal WW-uitkeringen bij het UWV (van 1194 uitkeringen in 2019 naar 1700 uitkeringen in 2020, +42%). Daarbij is met name te zien dat de nieuwe instroom aan werklozen vooral komt uit de zwaarst getroffen sectoren: horeca, media en cultuur, sportscholen en detailhandel. Met name jongeren en flexwerkers zijn flink getroffen door de eerste ontslaggolf.
Maatregelen
Om ondernemers gedurende de geldende maatregelen te ondersteunen zijn er door de landelijke overheid compensatiemaatregelen genomen, waaronder de TOZO, TOGS en NOW. De uitvoering van deze regelingen is opgepakt door de gemeente, evenals de uitvoering van deze regelingen voor enkele buurgemeenten. Hoewel in oktober de verwachting was dat deze maatregelen zouden worden afgebouwd, heeft het Rijk met het verder verlengen van de tweede lockdown besloten ook de compensatiemaatregelen te verlengen. Om de extra toestroom voor de bijstand op te vangen is er bovendien extra capaciteit bij de gemeente bij gekomen om dit werk op te vangen.
Na overleg met onder andere de ondernemersorganisaties in Hilversum is aanvullend op het landelijke steunpakket op 1 april 2020 een aantal maatregelen genomen om het lokale bedrijfsleven, groot en klein, in alle sectoren en organisaties in cultuur en sport, in deze ongekend moeilijke tijd verder te ondersteunen. We hebben van ondernemers en organisaties gehoord dat deze steunmaatregelen zeer zijn gewaardeerd. Ook heeft de raad op 12 mei besloten om de precariobelasting voor de horeca in 2020 te schrappen om de sector zo enigszins te kunnen ontzien. Op 20 oktober zijn de lokale maatregelen voor de uitstelregelingen van lokale heffingen verlengd tot eind 2020. In heel 2020 hadden 220 ondernemers uitstel van betaling aangevraagd. Specifiek voor de mediasector heeft de gemeente gezamenlijk met een grote groep in Hilversum gevestigde mediabedrijven steun vanuit het ministerie gevraagd om de mediasector weer op gang te brengen. Op 25 juni kondigde het Rijk aan lokale mediabedrijven versneld te subsidiëren. Daarvan werd een subsidiebedrag van €376.000 geoormerkt voor het versterken van de lokale en regionale media.
Om het contact met de stad en ondernemers te onderhouden hebben we op voorspraak van motie 20-25 ‘Denken in oplossingen’ de Taskforce Anderhalve Meter opgericht, bestaande uit verschillende vertegenwoordigers uit organisaties in de stad. De Taskforce is van grote waarde gebleken voor de stad en is dat nog steeds. We hebben op allerlei vlakken snel kunnen schakelen en zo een zichtbaar positieve bijdrage geleverd aan zowel het verblijfsklimaat in de stad als aan de verdiencapaciteit van ondernemers. Er zijn bijvoorbeeld maatregelen genomen in de openbare ruimte, zoals het verplaatsen van fietsenrekken en lantaarnpalen om (verruimde) terrassen mogelijk te maken. De leden zijn zeer betrokken en hebben gezamenlijk een breed netwerk dat effectief wordt ingezet. De Taskforce zoekt naar ruimte om te ondernemen, steunt de ergst getroffen sectoren, zoals horeca, detailhandel en evenementen, maar heeft net zo zeer oog voor leefbaarheid en veiligheid. Daarbij zijn de lijnen naar bijvoorbeeld de Veiligheidsregio en de brandweer kort. In de collegebrief van 28 september 2020 worden de belangrijkste resultaten van de samenwerking in de Taskforce benoemd. Met leden van Taskforce zijn op voorspraak van motie 20-24 de kansen en beperkingen van inzet van (juridische) instrumenten, zoals garanties, solidariteitsbijdragen, gedoogbesluiten, tijdelijke omgevingsvergunningen en convenanten verkend. Ook zijn er in samenspraak met de Taskforce herbruikbare mondkapjes uitgedeeld in de stad.
Al voor de coronacrisis lag onze focus niet alleen op het bieden van basiszekerheid voor inwoners die dat nodig hebben, maar ook op het begeleiden van werkloosheid naar werk. Door de toenemende druk op de sociale voorzieningen is deze beweging urgenter geworden. Samen met het UWV en de regio is verder gewerkt aan het inrichten van een regionaal mobiliteitscentrum ter ondersteuning van het helpen van werk naar werk. Ook is er een Leerwerkloket opgezet voor laagdrempelig advies over scholing en ontwikkeling en wordt er met het regionale programma Perspectief op Werk ook ingezet op het voorkomen van instroom in de WW en bijstand. Bovendien kon Hilversum door hetgeen al was opgebouwd vanuit een sterke basis aansluiten bij middelen die het Rijk ter beschikking stelt. Zo kon Hilversum in november 2020 aanspraak maken op een MKB-deal van €3,5 ton voor het opzetten van SPOT 035. Daarmee heeft de gemeente Hilversum ingezet op het ontwikkelen van een laagdrempelig platform voor het ondersteunen van ondernemers bij hun digitale strategie.
Tot slot zijn we doorgegaan met het stimuleren van leven lang leren (LLO) en het verbeteren van de relaties met werkgevers, onderwijsinstellingen en relevante partijen in de grotere regio, zoals House of Skills, de MRA, en de Economic Board Utrecht. Middels de samenwerkingsovereenkomsten met het MBO College Hilversum en de Hogeschool van Amsterdam richtten we ons op het vergroten van de inzetbaarheid van mensen en de aansluiting op de regionale arbeidsmarkt, bijvoorbeeld door (om)scholingstrajecten met baangarantie.
Rode draad 2: opstapelende problemen rond kwetsbare doelgroepen
De coronacrisis heeft al veel gevraagd van onze inwoners. Als gemeente hebben we daarbij met name ook aandacht gehad voor kwetsbare doelgroepen, waaronder ouderen, mantelzorgers, jongeren, daklozen en andere kwetsbare inwoners (inwoners met een psychiatrische achtergrond, een taalachterstand en/of een licht verstandelijke beperking en huishoudens die kampen met een opeenstapeling van problemen).
Ontwikkelingen
De strenge maatregelen hebben een grote impact gehad op het welzijn van kwetsbare doelgroepen. Zo waren ouderen in verzorgingshuizen en zelfstandig wonende ouderen zowel fysiek als qua gezondheid kwetsbaarder voor Covid-19. Daardoor is er met name in het begin van de coronacrisis sprake geweest van strenge bezoekregelingen. Huishoudelijke hulp, dagbesteding, buurthuisactiviteiten en andere vormen van begeleiding vielen grotendeels weg, waardoor ouderen in een ernstig isolement terecht kwamen. Tegelijkertijd werd er steeds meer van mantelzorgers gevraagd omdat dagbesteding, huishoudelijke hulp en andere vormen van begeleiding grotendeels wegvielen, of maar gedeeltelijk werden gecompenseerd door alternatieve ondersteuning.
Kinderen en jongeren werden ook hard geraakt door de coronacrisis, de lockdown en andere maatregelen. Deze doelgroep heeft landelijk ‘substantiële schade’ opgelopen op lichamelijk, cognitief en sociaal-emotioneel vlak. Zo werd niet-acute lichamelijke zorg uitgesteld, liepen leerlingen leerachterstanden op, vielen dagbestedingsactiviteiten weg, werden bezoekregelingen in de zorg opgeschort en werd al naar gelang de duur van de coronacrisis het mentaal welzijn van deze doelgroep steeds meer op de proef gesteld.
Een ander effect van de crisis op de kwetsbare doelgroepen was onder andere een toename van het aantal aanmeldingen bij de voedselbank gedurende de eerste lockdown (+20%). Ook kwamen er meer signalen uit wijken en buurten over problemen tussen buren en een toename van geluidsoverlast. De alom gevreesde escalatie van problemen bij kwetsbare groepen is in 2020 uitgebleven, mogelijk ook vanwege de landelijk en lokaal getroffen steunmaatregelen.
Maatregelen
Wat we in de periode van strenge maatregelen hebben gedaan is ingegeven door de rol die wij als gemeente bij de verschillende vormen van ondersteuning hebben. Daarbij valt een onderscheid te maken tussen de ondersteuning die door zorgprofessionals wordt gegeven, de ondersteuning die door welzijnsprofessionals wordt gegeven en de informele zorg door vrijwilligers, mantelzorgers, en op initiatief van bewoners.
De zorg aan ouderen was met name gericht op het onderhouden van contacten met en tussen de Regio Gooi- en vechtstreek en belangrijke zorgaanbieders. Binnen de geldende maatregelen is de hulp zo goed als mogelijk voortgezet en zo nodig vervangen door telefonisch contact of alternatieve ondersteuning in de vorm van dagbesteding thuis. Ook zijn er crisisteams opgezet en is er samengewerkt bij het onderbrengen van corona-patiënten op locaties en de inkoop van beschermingsmiddelen.
Voor welzijnsinstellingen zijn binnen de bestaande subsidies extra maatregelen getroffen om de toegankelijkheid van instellingen als Versa Welzijn en Stichting Present te vergroten, bijvoorbeeld door het organiseren van contacten met de buurt en het opzetten van telefonische contacten. Ook is er verspreid over drie momenten (voor zomer, najaar en voor kerstvakantie) aan Versa in 2020 extra subsidie toegekend (€22.000) om het jongerenwerk te intensiveren en is er extra subsidie toegekend voor buurtinitiatieven (€28.000). Verder is er richting de jeugd ingezet op het onderhouden van contact, het organiseren van regionale noodopvang en het aandacht hebben voor eventueel benodigde extra specialistische zorg en intensievere begeleiding vanuit het onderwijs.
Voor de andere doelgroepen is met name extra ingezet op al lopende zaken waarin de ontwikkelingen rondom corona zijn meegenomen. Zo is er gewerkt aan het regionaal Beleidsplan Bescherming en Opvang 2021-2024, is er samen met instellingen verder gewerkt aan het project Mantelzorgambassadeur en zijn er ook vanuit de samenleving verschillende initiatieven opgestart om elkaar te ondersteunen: telefooncirkels, facebook-groepen, onderlinge hulp bij het verzorgen van boodschappen en maaltijden of vergelijkbare initiatieven. De gemeente heeft tot slot een extra subsidie verleend aan de voedselbank voor het inkopen van voedselpakketten omdat deze zelf niet meer aan de toegenomen vraag kon voldoen.
Rode draad 3: zicht op ontwikkelingen bij organisaties in de stad
Veel organisaties met wie wij samenwerken in Hilversum hebben het in 2020 vanwege de coronacrisis zwaar gehad. Tegelijkertijd zagen we een grote betrokkenheid van partijen in de stad om samen de schouders eronder te zetten. De samenwerking in de Taskforce Anderhalve Meter is daarvan een goed voorbeeld. We hebben zo goed mogelijk zicht gehouden op de belangrijke organisaties in de stad, in alle sectoren, alleen al door veel in gesprek te zijn. Zo konden we vroegtijdig signalen opvangen als iets niet goed liep of als er juist kansen lagen waar we samen in konden optrekken.
De coronacrisis had met name effect op onderwijsinstellingen, kinderopvangorganisaties, cultuurorganisaties en sportverenigingen. Veel van deze organisaties zagen een tijdelijke of langdurige sluiting of beperking in hun dienstverlening waardoor hun maatschappelijke functies onder druk kwamen te staan. Andere organisaties probeerden op een alternatieve manier
invulling geven aan hetzelfde werk, bijvoorbeeld vaker digitaal of in kleinere groepen. Een goed voorbeeld hiervan is Versa Welzijn, die op andere manieren contacten en verbindingen hebben gelegd. Ook hebben verschillende organisaties hun programma voor 2020 aangepast omdat de coronasituatie daarom vraagt (bijvoorbeeld door meer te richten op de eigen inwoners) en kunnen sommige organisaties bepaalde evenementen en activiteiten niet laten doorgaan.
Onderwijsinstellingen
Ontwikkelingen
Bij onderwijsinstellingen verergerde leer- en taalachterstanden van multi-probleemgezinnen of kinderen met een migratieachtergrond, nam de druk op leraren toe als gevolg van ziekte door het coronavirus of het werken in kleinere groepen en werd het moeilijker voor kwetsbare jongeren om een startkwalificatie te behalen door een gebrek aan stageplaatsen. Positief was wel dat jongeren vaker besloten naar school te gaan en dat scholen experimenteerden met alternatieve invullingen van stages door het nabootsen van praktijklocaties.
Maatregelen
In 2020 is er een nieuw onderwijskansenbeleid ontwikkeld, waarin ook op de coronacrisis en de consequenties is ingaan. Enerzijds is daarin aandacht geweest voor de wettelijke verplichtingen in het kader van onderwijsachterstanden, maar er is ook aandacht geweest voor keuzes die Hilversum zelf heeft gemaakt om de achterstanden weg te werken. Daarbij is geput uit gesprekken met schoolbesturen over wat er belangrijk werd gevonden. Verder stond de gemeente voortdurend in goed contact met de onderwijsinstellingen via de gezamenlijke overlegstructuur. Daarin worden de problemen die rond corona spelen aangekaart en is er door de gemeente gekeken hoe zij kon ondersteunen.
Kinderopvang
Ontwikkelingen
Vanaf de eerste intelligente lockdown tot 8 juni 2020 waren kinderopvang organisaties gesloten, behalve voor kinderen van ouders met een ‘cruciaal’ beroep. Vanaf half december 2020 moesten de kinderopvang organisaties opnieuw de deuren sluiten, tot ruim in het nieuwe jaar. Met name in de eerste periode van algemene openstelling was het voor de leid(st)ers en pedagogisch medewerkers lastig om zich bij klachten snel te laten testen.
Maatregelen
Vanuit de gemeente is er goed contact met de kinderopvanglocaties. Daarnaast had de gemeente tijdens de eerste lockdown een coördinerende rol op regionaal niveau in de organisatie van noodopvang van kinderen van ouders in een cruciaal beroep (1e lockdown). Ook tijdens de tweede lockdown is er vanuit de regio een beroep op de gemeente gedaan om de noodopvang voor kinderen van ouders in een cruciaal beroep op lokaal niveau te coördineren.
Culturele instellingen
Ontwikkelingen
De consequenties van de coronacrisis voor culturele organisaties was groot. Door de maatregelen tegen Covid-19 lag vrijwel het gehele culturele leven maanden stil. Hoewel er in de zomer van 2020 weer meer activiteiten mogelijk waren, waren de beperkingen nog steeds groot. Bovendien was het voor organisaties onmogelijk om met de verplichte 1,5 meter afstand dezelfde prestaties te leveren als vóór Covid-19. Instellingen konden minder bezoekers verwelkomen en er konden ook minder activiteiten worden georganiseerd. In 2020 ging er een kleine €5 miljoen subsidie naar culturele organisaties. Veruit het grootste gedeelte van dat bedrag gaat naar de culturele basisinfrastructuur (BIS). De BIS is vastgesteld door het college en vormt de ruggengraat van het culturele leven in Hilversum. In de BIS zijn De Vorstin en Filmtheater Hilversum hard getroffen. Ook Museum Hilversum, het Globe theater, de bibliotheek en festival Wonderfeel hebben schade opgelopen door de coronamaatregelen. Deze instellingen hebben hun netto schade als gevolg van de Covid-19 maatregelen gemeld bij de gemeente en een aanvraag voor noodsteun gedaan.
Maatregelen
Voor de hiervoor genoemde zes grote, professionele organisaties heeft de gemeente noodsteun verleend: in (50%) matching met de door het Rijk beschikbaar gestelde fondsen voor De Vorstin en Filmtheater (€366.000, zie RIB 2020-45) en in (35%) matching met het noodfonds van de Provincie Noord Holland voor Museum Hilversum, festival Wonderfeel, Globe theater en de bibliotheek Hilversum (€70.000, zie RIB 2020-51). De gemeentelijke dekking komt uit de reserve Covid-19, zoals verderop in deze paragraaf inzichtelijk wordt gemaakt.
Andere maatregelen voor de culturele sector omvatten het verlenen van verschillende ontheffingen om hen in het dagelijks functioneren te ondersteunen en het onderhouden van contacten met instellingen over de stand van zaken en het inschatten van risico’s en kansen. Daarbij zijn de instellingen vanuit de basisinfrastructuur de primaire focus. De gemeente heeft verder ook gesprekken gevoerd met culturele organisaties en media over de ontwikkeling van hybride events op de (middel)lange termijn, waarbij virtuele en fysieke aanwezigheid gecombineerd worden. Zo zijn onder meer de Online Dutch Media Week en online Rainbow Week georganiseerd. Deze evenementen konden rekenen op een goed bereik. Daarnaast heeft de gemeente voortdurend gesprekken op lokaal en regionaal niveau om aandacht te vragen voor mogelijke nieuwe noodsteun.
Sportinstellingen
Ontwikkelingen
Net als de culturele instellingen zijn ook sportaccommodaties een groot deel van 2020 gesloten geweest. Tijdens de zomer was er vanwege het beperkte aantal besmettingen alweer meer mogelijk, maar in het najaar werden de accommodaties opnieuw gesloten en kon er alleen beperkt op de buitenvelden worden gesport. Daardoor werd de ruimte om evenementen en toernooien met publiek te organiseren drastisch beperkt. Clubs hebben als gevolg van de langdurige sluiting en beperkte mogelijkheden minder inkomsten gehad.
Maatregelen
Sportverenigingen konden allereerst aanspraak maken op de regelingen die zijn ingesteld door het Rijk en andere overheden (NOW en verschillende steunfondsen). Verder heeft de gemeente ter compensatie besloten om de huur kwijt te schelden die verenigingen aan de gemeente zouden betalen over maart, april en mei. Het geld daarvoor heeft de gemeente vanuit het Rijk teruggekregen via de Rijksregeling Tegemoetkoming Verhuurders Sportaccommodaties Covid-19 (TVS). Ook voor de tweede lockdown is deze regeling opnieuw aangeboden. Daarnaast werden ook aan sportinstellingen ontheffingen verleend om hen in het dagelijks functioneren te ondersteunen.
Om de ontwikkelingen bij sportinstellingen in de gaten te houden is de gemeente voortdurend in gesprek gebleven met sportverenigingen en werd er via Verenigingsondersteuning Hilversum structureel ingezet om aan de sportverenigingen maatwerk te leveren. Daarbij wordt er voortdurend zicht gehouden op nieuwe ontwikkelingen als gevolg van de recente en toekomstige maatregelen.
Rode draad 4: toenemende kwetsbaarheid voor ondermijning
De gemeente was in de bestrijding van de gevolgen van de coronacrisis ook nadrukkelijk waakzaam voor eventueel toenemende signalen van ondermijning bij ondernemers. Veel ondernemers beriepen zich op de steun die overheden boden, maar het risico bestond dat er ook voor steun uit criminele hoek werd gekozen. Met name zwaar getroffen sectoren zoals de horeca hebben weinig inkomsten gehad terwijl de kosten onverminderd doorliepen. De horecasector werd daardoor in het bijzonder aangemerkt als risicovol voor ondermijnende activiteiten.
Ontwikkelingen
Met name tegen het eind van 2020 kwamen er eerste signalen binnen van mogelijke ondermijnende situaties, ingegeven door de gevolgen van de coronacrisis. Naarmate de coronacrisis langer voortduurt en de overbruggingsmaatregelen vanuit de overheid zouden versoberen, zullen de kwetsbare sectoren aantrekkelijker worden voor criminelen.
Maatregelen
In het afgelopen jaar is er verder gewerkt aan een veiliger en leefbaarder Hilversum, ook in coronatijd. De sluitingen van panden waar ontoelaatbare activiteiten plaatsvinden, zoals cocaïnehandel of hennepkweek, zijn ook in coronatijd doorgegaan. Daarnaast monitorden we nauwgezet de signalen van ondermijning als gevolg van de economische schade door corona in goede samenwerking met de ketenpartners. Ook hebben we samengewerkt met het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC), bestaande uit politie, Openbaar Ministerie, belastingdienst en andere gemeenten. Tot slot hebben we contact gezocht met ondernemers om hen te informeren over de signalen van ondermijning, onder meer door het verspreiden van een informatiebrief en flyer. Daarin stond hoe criminele investeerders zijn te herkennen en welke mogelijkheden ondernemers hebben die ermee in aanraking komen.
Reserve Covid-19
Dat de coronacrisis naast grote maatschappelijke en economische gevolgen ook financiële gevolgen zou hebben voor de gemeente, was bij de start van de crisis meteen duidelijk. De eerste prioriteit heeft gelegen in het organiseren van noodmaatregelen voor inwoners en bedrijven van de gemeente. Om de effecten van de coronacrisis op te vangen is voorgesteld een reserve ‘Covid-19’ te vormen (raadsbesluit d.d. 10 juni 2020). De raad heeft het college hierbij mandaat verleend om binnen het doel en het saldo van de bestemmingsreserve uitvoering te geven aan maatregelen ter bestrijding van de gevolgen van de coronacrisis en tot besteding over te gaan, maar niet meer dan maximaal de werkelijk gemaakte kosten (de realisatie). Daardoor kon in de onzekere situatie van de beginfase het college snel handelen. De reserve is in eerste instantie gevoed door een onttrekking van € 2,7 miljoen uit de algemene reserve. Nadien zijn de van het Rijk via de algemene uitkering verkregen Covid-19 compensatiegelden ook in deze reserve gestort, met uitzondering van de compensatiegelden die betrekking hebben op middelen die wij ontvangen uit hoofde van onze regionale centrumfunctie. Deze regionale compensatie wordt doorgegeven aan de regio.
Met de instelling van de reserve Covid-19 is een financieel kader gecreëerd voor uitvoering van maatregelen ter bestrijding van de coronacrisis. In het raadsvoorstel is aangegeven dat het van belang is om daartoe een handelingsperspectief (afwegingskader) te ontwikkelen welke richting kan geven bij verzoeken tot ondersteuning als gevolg van de corona-crisis. Het college heeft dit afwegingskader op 17 november 2020 vastgesteld en bij de behandeling van de 2e Tussenrapportage 2020 met de raad gedeeld. Met dit afwegingskader worden verzoeken tot financiële ondersteuning voor zowel intern als extern op een integrale eenduidige wijze beoordeeld waarbij eerst de overige mogelijke alternatieven aan ondersteuning en dekking zijn afgewogen.
Het afwegingskader is bedoeld voor hulpvragen van Hilversumse organisaties, ondernemers en inwoners, alsook voor het opvangen van gemeentelijke uitgaven die door de coronacrisis onder druk zijn komen te staan. Andere voorwaarden zijn:
- dat de hulpvragen incidenteel zijn,
- dat de hulpvragen passen binnen:
- vastgesteld beleid en/of;
- afspraken uit het coalitieakkoord of;
- de programmabegroting van het lopende jaar en;
- dat er geen of onvoldoende compensatie beschikbaar is:
- van Covid-19 gerelateerde steunfondsen, zoals van het Rijk of de provincie, die niet zijn toegevoegd aan de Covid-19 reserve of;
- vanuit bestaande middelen binnen de begroting.
De stand van de reserve bedraagt aan het einde van 2020 € 3,663 miljoen (zie staat van reserves). Om te kunnen bepalen of de reserve Covid-19 toereikend is om de financiële gevolgen van de coronacrisis op te vangen, moet er regelmatig een actuele voorspelling over het totaal te verwachten nadeel worden gedaan. In feite is deze reserve de beschikbare weerstandscapaciteit voor de financiële gevolgen van de coronacrisis.
Financiële impactanalyses Covid-19
In 2020 is periodiek een actuele financiële impactanalyse Covid-19 (FIA) opgesteld. De financiële impactanalyse geeft een overzicht van de Covid-19 gerelateerde risico inschattingen en beschrijvingen van dat moment. Daarmee wordt ook een prognose gemaakt van de totale financiële gevolgen voor de gemeentelijke begroting. Daarnaast wordt, aan de hand van de meest actuele stand van de reserve Covid-19, het weerstandsvermogen van de Covid-19 reserve getoetst. Concluderend beoordeelt de financiële impactanalyse Covid-19 of het op dat moment noodzakelijk is om de reserve uit eigen middelen (de algemene reserve) aan te vullen. De meest recente financiële impactanalyse bevat het meest actuele beeld van zowel het Covid-19 risicoprofiel (de benodigde weerstandscapaciteit) als de stand van de reserve Covid-19 (de beschikbare weerstandscapaciteit). Half april 2021 is de nieuwste FIA gepubliceerd, welke op moment van het behandelen van de jaarstukken 2020 het meest actuele beeld geeft van de financiële gevolgen van de coronacrisis.
Risicoprofiel
in de begintijd van de coronacrisis waren de financiële gevolgen lastig in te schatten. Er was geen vergelijkbare crisis uit de recente geschiedenis voorhanden waar qua ervaring en verwachting op kon worden gebouwd. Om te kunnen voorzien in de breed gedragen vraag naar inzicht in de gevolgen van de Covid-19 crisis voor de gemeentelijke financiën is de doorontwikkeling van het risicomanagement binnen de gemeente in het begin van de crisis geïntensiveerd. Door het voeren van risicogesprekken werden de mogelijke financiële gevolgen van de crisis concreet geïdentificeerd en qua omvang ingeschat (gekwantificeerd) als individuele risico’s. Aan de hand van de individuele risico’s kon vervolgens een uitgebreid Covid-19 risicoprofiel worden samengesteld.
Het Covid-19 risicoprofiel geeft inzicht in de te verwachten financiële gevolgen van de coronacrisis. Deze zijn grofweg in te delen in zaken die impact hebben op gederfde inkomsten, de bedrijfsvoering of die leiden tot extra uitgaven. Op onvermijdbare zaken kan geen invloed (meer) worden uitgeoefend, denk bijvoorbeeld aan minder inkomsten parkeren, of zijn het gevolg van reeds genomen beleidskeuzes, zoals het aanpassen van de precariogelden. Beleidskeuzes hebben doorgaans betrekking op (extra) steunmaatregelen die de gemeente neemt om specifieke effecten van de coronacrisis te dempen. Gevolgen voor de bedrijfsvoering kunnen zowel onvermijdbaar zijn, bijvoorbeeld verbonden aan het borgen van de uitvoering van een wettelijke taak, als samenhangen met een mogelijke beleidskeuze, bijvoorbeeld de uitvoeringskosten van een nieuwe steunmaatregel.
Aan de basis van een risicoprofiel ligt een aantal algemene uitgangspunten gebaseerd op de stand van zaken en bekende informatie op dat moment, bijvoorbeeld de ontwikkeling van het coronavirus en de (aankondiging van) landelijke maatregelen. Op het moment dat de omstandigheden anders worden, daalt de actualiteit van het Covid-19 risicoprofiel. Om die reden worden de individuele risico’s regelmatig opnieuw beoordeeld om weer tot een actueel risicoprofiel te kunnen komen.
Door middel van een financiële impactanalyse Covid-19 is in 2020 drie keer het op dat moment actuele Covid-19 risicoprofiel gepubliceerd. De financiële impactanalyse geeft een overzicht en analyse van de Covid-19 gerelateerde risico inschattingen en beschrijvingen van dat moment. Vervolgens wordt door middel van het simuleren van de risico’s een voorspelling gedaan over hoe hoog de te verwachten financiële gevolgen kunnen zijn, oftewel hoe hoog de benodigde weerstandscapaciteit voor het opvangen van de financiële gevolgen van de coronacrisis op dat moment is.
Weerstandsvermogen toets reserve Covid-19
De reserve Covid-19 moet toereikend zijn om de financiële gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Om te beoordelen of er nog voldoende in de reserve zit om de financiële gevolgen voor een begrotingsjaar op te kunnen vangen, wordt in de financiële impactanalyse ook regelmatig het weerstandsvermogen van deze reserve getoetst. De actuele stand van de reserve (de beschikbare weerstandscapaciteit) wordt dan afgezet tegen de actuele prognose van het Covid-19 risicoprofiel (de benodigde weerstandscapaciteit).
Het uitgangspunt voor de weerstandsvermogen toets van de reserve Covid-19 is dat de reserve minimaal dekking biedt voor de risico’s uit het risicoprofiel met een kans van optreden van 70% of groter. Niet álle risico’s zullen namelijk daadwerkelijk optreden en daarom hoeft in beginsel niet het complete risicoprofiel te worden afgedekt. Van risico’s met een kans percentage van 70% of groter is de waarschijnlijkheid dat ze gaan optreden zeer groot, maar is de omvang van de gevolgen nog enigszins onzeker. De reserve Covid-19 moet daarom op zijn minst toereikend zijn om deze ‘grote kans’ risico’s af te kunnen dekken.
De reserve Covid-19 is de enige bestemmingsreserve die een eigen weerstandvermogen toets ondergaat. Aan de hand van de weerstandsvermogen toets en de actuele omstandigheden en kanttekeningen wordt in de financiële impactanalyse Covid-19 concluderend beoordeeld of het op dat moment noodzakelijk is om de reserve uit eigen middelen (de algemene reserve) aan te vullen. In 2020 is het na het instellen van de reserve, waarvoor € 2,7 miljoen uit de algemene reserve is onttrokken, niet meer nodig geweest om de reserve uit eigen middelen aan te vullen. De reserve Covid-19 werd namelijk toereikend gevoed door de ontvangen Rijkscompensatie uit de algemene uitkering.
Financiële effecten 2020
De effecten van de coronacrisis zijn veelzijdig en groot, ook voor de financiën. In dit onderdeel wordt op de financiële aspecten ingegaan, waarbij de volgende indeling wordt gehanteerd:
- Financiële afwijkingen met dekking uit reserve Covid-19
- Rijkscompensatiegelden
- Overige afwijkingen
Financiële afwijkingen met dekking uit reserve Covid-19
Om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen heeft de raad ingestemd met het instellen van de reserve Covid-19. Deze biedt onder bepaalde voorwaarden dekking voor financiële afwijkingen als gevolg van de coronacrisis. Via raadsinformatiebrieven is de raad op de hoogte gehouden welke extra lasten zich voordeden en uit de reserve Covid-19 worden gedekt. Via de tussenrapportages 2020 is de begroting hiervoor gewijzigd.
In totaal is in 2020 voor een bedrag van € 3,7 miljoen aan budgetten geraamd die het gevolg zijn van de crisis en uit deze reserve gedekt moeten worden. In werkelijkheid zijn de nadelen in 2020 ruim € 1,1 miljoen lager uitgevallen dan geraamd. Omdat conform het raadsvoorstel omtrent het instellen van de reserve Covid-19 niet meer dan maximaal de werkelijk gemaakte kosten worden onttrokken, is de onttrekking uit de reserve Covid-19 hiermee samenhangend navenant lager. Zo’n 70% van de gevraagde budgetten is daarmee daadwerkelijk benut. Aan het eind van deze paragraaf is een tabel opgenomen met alle geraamde en gerealiseerde uitgaven. In deze tabel zijn ook de nummers van de raadsinformatiebrieven en/of datum raadsvoorstel vermeld.
Grofweg zijn de Covid-19 gerelateerde nadelen in de volgende categorieën te delen:
- Tegenvallende inkomsten
- Inhuur t.b.v. extra werkzaamheden
- Maatregelen in openbare ruimte en t.b.v. de ambtenarenorganisatie
- Culturele en maatschappelijke ondersteuning
Ad 1 Tegenvallende inkomsten
bedragen x € 1.000 | |||||
Nr | Omschrijving | Raming | Werkelijk | Verschil | |
1 | Opbrengsten parkeren | 1.287 | 945 | -342 | |
5 | Vergoeding sporthalbeheerders | 37 | 27 | -10 | |
7 | Pacht kermis | 79 | 79 | - | |
10 | Buitenreclame | 93 | 43 | -50 | |
14 | Marktgelden | 30 | 31 | 1 | |
22 | Leges paspoorten, NID kaarten en rijbewijzen | 82 | 73 | -9 | |
23 | APV leges | 50 | 42 | -8 | |
25 | Precariobelasting | 231 | 232 | 1 | |
1.889 | 1.471 | -418 |
De gemeente verwachtte een bedrag van € 1,9 miljoen aan inkomstenderving. Inkomstenderving is soms onvermijdelijk door de omstandigheden voortvloeiend uit de crisis, maar kan ook het gevolg zijn van een bewuste beleidskeuze zoals het verlagen van de precariobelasting (€ 232.000). Het werkelijke totaalbedrag is uitgekomen op afgerond € 1,5 miljoen. Het grootste deel hiervan is het nadeel op de parkeeropbrengsten (incl. parkeerheffingen), waarvan de raming € 1.287.000 was en de realisatie uiteindelijk minder nadelig uitkwam op € 945.000.
Met betrekking tot de precariobelasting kan gemeld worden dat dit nadeel deels bestaat uit het niet in rekening brengen van precariobelasting voor vaste vergunningen voor terrassen, luifels, reclameborden en standplaatsen. Hiervoor is de verordening gewijzigd en bedraagt het nadeel € 181.000. Daarnaast is een nadeel ontstaan op de ontvangen baten voor de incidentele precariobelasting van € 51.000 (raming € 50.000). Dit betreft bijvoorbeeld de ontvangsten precariobelasting evenementen.
Ad 2. Inhuur t.b.v. extra werkzaamheden
bedragen x € 1.000 | |||||
Nr | Omschrijving | Raming | Werkelijk | Verschil | |
9 | Capaciteit Sociaal plein | 350 | 58 | -292 | |
11 | Inhuur economie en media | 75 | 43 | -32 | |
18 | Inhuur communicatie | 170 | 172 | 2 | |
20 | Inhuur crisisbeheersing | 85 | 117 | 32 | |
21 | Inhuur griffie | 25 | 14 | -11 | |
24 | Inhuur juridische advisering | 35 | 34 | -1 | |
26 | Inhuur uitvoering Wet WOZ | 35 | 18 | -17 | |
775 | 455 | -320 |
Op tal van terreinen moest de gemeente extra activiteiten ontplooien. Dit kon ten dele niet binnen de bestaande capaciteit worden opgevangen en had daardoor inhuur tot gevolg. Van de geraamde inhuur ad € 775.000 hoefde slechts € 455.000 ten laste van de reserve Covid-19 te komen. Dit is met name het gevolg van de lager dan geraamde inhuur op het Sociaal plein. Voor extra inhuur was een bedrag van € 350.000 geraamd, maar hiervan is slechts € 58.000 ten laste van de reserve gebracht.
De reden hiervoor is met name dat de verwachte toename van het aantal aanvragen minima, schuldhulpverlening en participatie zich niet heeft voorgedaan. De oorzaak hiervan is dat Covid-19 het gehele jaar 2020 heeft aangehouden.
Ad 3. Maatregelen in openbare ruimte en voor de ambtenarenorganisatie
bedragen x € 1.000 | |||||
Nr | Omschrijving | Raming | Werkelijk | Verschil | |
3 | Schoonmaakkosten evenementen | -30 | -45 | -15 | |
4 | Verkeersbegeleiding bij afvalscheidingsstation Crailo | 32 | 46 | 14 | |
12 | Druktemeter | 75 | 78 | 3 | |
13 | Coronaproof openbare ruimte | 25 | 27 | 2 | |
16 | Facilitaire dienstverlening | 202 | -101 | -303 | |
17 | Tegemoetkoming thuiswerken | 110 | 104 | -6 | |
19 | ICT | 106 | 92 | -14 | |
520 | 200 | -320 |
Als gevolg van de crisis moest de openbare ruimte en de ambtenarenhuisvesting coronaproof gemaakt worden. Ook had dit, in verband met het thuiswerken voor de ambtenaren, extra ICT lasten tot gevolg. Ten opzichte van de raming vallen de werkelijke lasten mee. Dat heeft met name te maken met het saldo aan voor- en nadelen van de facilitaire dienstverlening. Hiervan het volgende overzicht:
bedragen x € 1.000 | |||||
Nr | Omschrijving budgetten facilitaire dienstverlening | Raming | Werkelijk | Verschil | |
16 a | Extra lasten coronaproof maken huisvesting | 327 | 303 | -24 | |
16 b | Lagere lasten facilitaire dienstverlening | -125 | -404 | -279 | |
202 | -101 | -303 |
De extra lasten voor het coronaproof maken van de ambtenarenhuisvesting worden ruimschoots gecompenseerd doordat de besteding van een aantal facilitaire budgetten achterliep. Denk daarbij aan het gebruik van koffie, de catering, de kantoorbenodigdheden, het drukwerk, de leaseauto’s, de printers en het papierverbruik en de afvalverwerking. Het werkelijke voordeel is veel hoger dan de eerste inschatting. Grosso modo kan gesteld worden dat de lagere lasten voor facilitaire dienstverlening (€ 404.000) de extra lasten voor het coronaproof maken van de gemeentelijke huisvesting (€ 303.000) konden opvangen en tegelijkertijd dekking kon zijn voor de thuiswerkvergoeding van de ambtenaren (€ 104.000), die juist is verstrekt voor de extra lasten die ambtenaren nu thuis hebben.
Hierbij dient overigens de kanttekening gemaakt te worden dat bij het vaststellen van het afwegingskader besloten is voordelen ten gunste van de algemene middelen te laten vallen en niet met de reserve te verrekenen. In deze jaarstukken en voor de berekening van de hoogte van de onttrekking aan de reserve Covid-19 zijn in werkelijkheid daarom alleen die voordelen opgenomen waar in de raming rekening mee was gehouden. De raming van de voordelen op de facilitaire dienstverlening dateert namelijk van voor de vaststelling van het afwegingskader.
Ad 4. Culturele en maatschappelijke ondersteuning
bedragen x € 1.000 | |||||
Nr | Omschrijving | Raming | Werkelijk | Verschil | |
2 | Landelijke covid-19 steun Vorstin en filmtheater | 366 | 258 | -108 | |
6 | Noodfonds provincie Noord-Holland | 70 | 68 | -2 | |
8 | Ouderbijdrage kinderopvang | 45 | 45 | -0 | |
15 | Subsidie voedselbank | 34 | 34 | - | |
515 | 406 | -110 |
Voor de culturele en maatschappelijke ondersteuning is € 406.000 uit de reserve Covid-19 onttrokken. Met een bijdrage vanuit de rijksoverheid (RIB 2020-45) is noodsteun aan de Vorstin en het filmtheater gegeven. Aan het filmtheater is de subsidie ad € 141.000 conform raming verstrekt. Voor het poppodium de Vorstin was rekening gehouden met een subsidie van maximaal € 225.000. De noodsteun is gedaan in de vorm van een gedeeltelijke kwijtschelding van de huur en kwam uit op een bedrag van € 117.000. Daardoor is de onttrekking € 108.000 lager dan geraamd.
Naast deze meerkosten heeft de gemeente een coulancebeleid gehanteerd voor de reguliere subsidieverstrekkingen. Als gevolg van de corona maatregelen en richtlijnen hadden veel organisaties moeite hun gesubsidieerde activiteiten uit de voeren en de aan subsidies verbonden verplichtingen na te komen. Om die reden heeft het college in april 2020 ingestemd met de beleidslijn corona en subsidies: een lijn die uitgaat van coulance en maatwerk. Het toepassen van deze beleidslijn was passend binnen de begroting en heeft in 2020 daardoor niet tot aanvullende meerkosten geleid voor culturele en maatschappelijke ondersteuning.
Rijkscompensatiegelden
De gemeente ontvangt compensatie van het Rijk voor de gederfde inkomsten en extra lasten als gevolg van de coronacrisis. In hoofdlijnen kan er een onderscheid worden gemaakt tussen twee typen compensatiegelden:
- Via de algemene uitkering uit het gemeentefonds ontvangen middelen
- Specifieke regelingen die los van de circulaires worden uitgekeerd
Ad 1 Compensatiemiddelen algemene uitkering
De hoogte van de Covid-19 compensatiemiddelen die vanuit de algemene uitkering via de circulaires worden toegekend, volgen de generieke berekenmethodes van de algemene uitkering zelf. De categorieën en bijbehorende compensatiebedragen zijn gebaseerd op inschattingen op basis van landelijke gemiddelden, niet op maat per gemeente. Deze middelen zijn zodoende, net als de algemene uitkering zelf, niet ‘geoormerkt’: gemeenten hebben de beleidsvrijheid om het geld dáár in te zetten waar het in die specifieke gemeente nodig is. De Covid-19 compensatiegelden die vanuit de algemene uitkering worden ontvangen, dienen ter compensatie van het totaal aan meerkosten en gederfde inkomsten van de gemeente als gevolg van de Coronacrisis. Het uitgangspunt is dat alle Covid-19 Rijkscompensatiegelden vanuit de algemene uitkering (de circulaires) in de Covid-19 reserve worden gestort, behalve de gelden waarbij, uit hoofde van onze regiofunctie, de uitvoerende taken bij de Regio zijn belegd.
Van de in 2020 ontvangen compensatiegelden vanuit de algemene uitkering en de besteding daarvan is het volgende overzicht te geven:
bedragen x € 1.000 | |||||
Nr | Omschrijving | Lasten | Baten | Saldo | |
Septembercirculaire 2020: | |||||
1 | Ontvangen coronacompensatie | -4.052 | -4.052 | ||
2 | Storting reserve Covid-19 | 3.345 | 3.345 | ||
3 | Maatschappelijke opvang en OGGz (regio) | 610 | 610 | ||
4 | Vrouwenopvang (regio) | 97 | 97 | ||
Decembercirculaire 2020: | |||||
5 | Ontvangen coronacompensatie | -832 | -832 | ||
6 | Storting reserve Covid-19 | 412 | 412 | ||
7 | Crisisdienstverlening (regio) | 368 | 368 | ||
8 | Beschermd wonen (regio) | 52 | 52 | ||
4.884 | -4.884 | - |
Het bedrag ad € 412.000 dat volgens de decembercirculaire 2020 ten gunste van de reserve Covid-19 dient te komen, is nog niet verwerkt in de jaarrekening 2020. De decembercirculaire volgt namelijk ná de tweede tussenrapportage, wat doorgaans de laatste mogelijkheid van een begrotingsjaar is om begrotingswijzigingen voor te leggen aan de raad. Stortingen en onttrekkingen zijn een raadsbevoegdheid en beoordeelt de accountant als onrechtmatig als hier geen raadsbesluit aan ten grondslag ligt. Daarom zal bij de behandeling van de jaarstukken 2020 alsnog aan de raad gevraagd worden het bedrag van € 412.000 in de reserve Covid-19 te storten. Ook voor crisisdienstverlening geldt dat dit bedrag, gezien de late ontvangst van de decembercirculaire, nog niet als realisatie in de jaarstukken 2020 is opgenomen. Daarom wordt daarvoor een overhevelingsvoorstel gedaan.
Ad 2 Specifieke regelingen
Specifieke regelingen en de kosten die daar vanuit onze organisatie tegenover staan, lopen niet via de reserve Covid-19 maar worden buiten de reserve om bij elkaar gezet. Deze worden zodoende niet gestort in of onttrokken aan die reserve. Waar specifieke regelingen niet kostendekkend zijn, of er sprake is van een gemeentelijke matchingsregeling, zal het tekort (of de niet gedekte kosten) wel ten laste van de Covid-19 reserve worden gebracht. Van de in de jaarstukken 2020 opgenomen bedragen het volgende overzicht:
bedragen x € 1.000 | |||||
Nr | Omschrijving | lasten | baten | Saldo | |
1 | TOZO | 14.000 | -16.600 | -2.600 | |
2 | Noodfonds provincie Noord-Holland | 195 | -127 | 68 | |
3 | Tegemoetkoming verhuurders sportverenigingen (TVS) | 0 | 0 | ||
14.195 | -16.727 | -2.532 |
1. TOZO: Voor ondernemers die door de lockdown minder of geen inkomsten meer hadden, heeft het Rijk de TOZO (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers) in het leven geroepen. De regeling is landelijk opgezet, maar wordt lokaal uitgevoerd. De bedragen die hiermee gemoeid zijn, zijn aanzienlijk. Over 2020 komen de lasten in totaal uit op € 14 miljoen. Hiertegenover staan de vergoedingen van het rijk van € 16,6 miljoen. Per saldo betekent dit een voordelig saldo van € 2,6 miljoen. Het voordelige saldo is het gevolg van lagere uitvoeringskosten ten opzichte van de forfaitaire vergoeding van het rijk. Deze middelen zijn nodig voor 2021, omdat dit voordeel een regionaal voordeel betreft, welke bij Hilversum tot uiting komt omdat Hilversum de TOZO voor de regiogemeenten heeft uitgevoerd. Daarnaast dient dit voordeel ter dekking van de uitvoeringskosten van de TOZO gedurende de looptijd van TOZO. Om deze middelen beschikbaar te houden alvorens te verrekenen met de regiogemeenten wordt de raad voorgesteld het voordeel in een daarvoor op te richten ‘TOZO reserve’ te storten.
2. Noodfonds provincie Noord-Holland: Van de provincie Noord-Holland is een bedrag van € 127.000 aan subsidie ontvangen en in totaliteit een bedrag van € 195.000 uitgekeerd aan Museum Hilversum, Wonderfeel, Globe CkC en Bibliotheek Hilversum. De gemeentelijke matching bedraagt € 68.000 en is ten laste van de reserve Covid-19 gebracht (zie nr. 6 van Ad.4 Culturele en maatschappelijke ondersteuning).
3. Tegemoetkoming verhuurders sportverenigingen: Het nadeel als gevolg van de gederfde inkomsten voor sportverenigingen is volledig door het Rijk vergoed. Het ging om een bedrag van € 70.000 dat een nadeel op de baten tot gevolg had, maar gecompenseerd is door de ontvangst van de subsidie.
Overige afwijkingen
De opsomming van de voor- en nadelen hierboven is niet compleet. In het voorstel tot instelling van de reserve Covid-19 is aangegeven dat we alleen de lasten vanaf € 25.000 meenemen. Daarnaast is gevraagd om eerst dekking te zoeken binnen de reguliere budgetten. Ook in het afwegingskader is dit expliciet genoemd. Het gaat om een totaalbedrag van € 335.000 aan nadelen die een relatie hebben met de coronacrisis, maar niet ten laste van de reserve Covid-19 zijn gebracht. Daarnaast zijn er ook voordelen als gevolg van de crisis.
Van de overige nadelen is het volgende overzicht te geven:
bedragen x € 1.000 | |||||
Nr | Omschrijving | lasten | baten | Saldo | |
1 | WMO | 100 | 100 | ||
2 | Invoering risicomanagement | 61 | 61 | ||
3 | Overige | 174 | 174 | ||
235 | 100 | 335 |
1 WMO: Dit betreft een nadeel van € 100.000 voor gederfde eigen bijdragen WMO. Dit is het gevolg van het feit dat het Rijk heeft bepaald dat over de maanden april en mei geen eigenbijdrage opgelegd mocht worden. Omdat er binnen deze ambitie ook voordelen zijn, worden die als compensatie beschouwd voor dit nadeel.
2. Invoering risicomanagement: hiervoor zijn kosten gemaakt voor externe begeleiding in het intensiverenvan risicomanagement, de kosten voor de aanschaf van applicatie risicomanagement (NARIS) en het opstellen van de FIA’s. Deze kosten konden niet binnen de reguliere budgetten worden opgevangen. Abusievelijk is dit in de 2e verzamel RIB niet aan de raad gemeld en zodoende bij de 2e tussenrapportage niet gevraagd de raming hiervoor aan te passen. Het betreft wel extra lasten die direct het gevolg zijn van de huidige crisis. Daarom zal bij de behandeling van de jaarstukken alsnog voorgesteld worden dit bedrag te onttrekken aan de reserve Covid-19. Op deze wijze wordt via de Covid-19 reserve zicht gehouden op de extra lasten als gevolg van de coronacrisis en kan na afloop van de coronacrisis de balans opgemaakt worden of de crisis de gemeente extra middelen heeft gekost.
3. Overige: dit is een verzameling van kleine budgetten, die binnen de reguliere budgetten zijn gedekt. Denk daarbij aan sociale bewonersinitiatieven (via Versa gesubsidieerd), extra subsidies buurthuizen en Leger des Heils.
De gemeente heeft echter niet alleen financiële nadelen als gevolg van de coronacrisis. In de programma’s is terug te lezen dat er ook voordelen zijn. De oorzaken zijn heel divers en in de programma’s toegelicht. In een aantal gevallen is sprake van uitgestelde lasten en is daarvoor een verzoek tot overheveling gedaan. Hieronder staat een samenvattende tabel, waarbij ook is aangegeven in welk programma en thema hiervan melding is gedaan. Hierbij moet opgemerkt worden dat een voordeel niet altijd volledig het gevolg van de crisis is, maar dat daarnaast mogelijk ook andere oorzaken kunnen zijn. Het is niet altijd mogelijk de financiële gevolgen duidelijk te splitsen. Daarnaast moeten deze voordelen in het perspectief geplaatst te worden van een begroting die sloot met een geraamd nadelig saldo van € 6,5 miljoen.
bedragen x € 1.000
Nr | Omschrijving budgetten | Programma en thema | Voordeel | overhe-veling | bedrag overh. | Netto voordeel | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Begeleide participatie | Werken/Werkende stad | -345 | -345 | |||
2 | BUIG | Werken/Sociale stad | -275 | -275 | |||
3 | Schuldhulpverlening | Werken/Ondersteunende stad | -266 | ja | -100 | -166 | |
4 | Leerlingenvervoer | Zorg/Kansrijke stad | -197 | -197 | |||
5 | Opleidingsbudget | Bestuur/Effectief en efficiënt bestuurde stad | -185 | -185 | |||
6 | Buurtsportcoaches | Wonen en leven/Levendige stad | -181 | -181 | |||
7 | Promotie sport events | Wonen en leven/Levendige stad | -146 | ja | -125 | -21 | |
8 | Openbare orde en veiligheid | Bestuur/veilige stad | -75 | -75 | |||
9 | Banenkansen kwetsbare jongeren | Zorg/Kansrijke stad | -103 | ja | -103 | - | |
10 | Volksfeesten | Wonen en leven/Duurzame stad | -102 | -102 | |||
11 | Viering 75 jaar vrijheid | Wonen en leven/Levendige stad | -80 | ja | -60 | -20 | |
12 | Buurten | Zorg/verbindende stad | -55 | ja | -55 | - | |
13 | Wilhelminastraat | Bestuur/Effectief en efficiënt bestuurde stad | -50 | ja | -50 | - | |
14 | Iktoon | Wonen en leven/Culturele act. | -32 | -32 | |||
Totaal | -2.092 | -493 | -1.599 |
Coronacrisis na 2020
De coronacrisis heeft zich niet beperkt tot het jaar 2020. Ook in 2021 is de crisis nog volop aanwezig. Half december 2020 is er zelfs een lockdown ingegaan die de strengste tot dan toe is geweest en zeker tot in het voorjaar 2021 strekt. De begin januari 2021 gestarte vaccinatiecampagne heeft het begin van het einde van de gezondheidscrisis ingeluid, al is er nog een behoorlijke weg te gaan voordat de vaccinaties erop zitten. Zeker tot de zomer 2021 zal de coronacrisis overheersend aanwezig zijn en de hoop is dat de landelijke maatregelen in ieder geval vanaf of na de zomer zullen versoepelen. Maar ook wanneer de gezondheidscrisis is bezworen, zal de coronacrisis naar verwachting nog doorwerken op sociaal-maatschappelijk, economisch en financieel vlak. Welke vormen die doorwerking aan zal nemen, hoe het ‘nieuwe normaal’ eruit zal zien, is erg moeilijk te voorspellen. De gemeente neemt desondanks geen afwachtende houding aan maar bouwt in 2021 verder aan de rode draden uit 2020 en het scenario denken over de mogelijke gevolgen van de coronacrisis voor de (nabije) toekomst. Verandering is namelijk niet per se negatief maar brengt ook kansen met zich mee.
Daarnaast wordt voor 2021 de werkwijze van regelmatige actualisatie van het Covid-19 risicoprofiel, het melden van financiële afwijkingen ten laste van de reserve Covid-19 en de weerstandsvermogen toets van die reserve doorgezet. Zowel de eerste financiële impactanalyse Covid-19 als de eerste verzamel raadsinformatiebrief financiële afwijkingen als gevolg van de coronacrisis van 2021 zijn half april met de raad gedeeld. Daarin is zichtbaar geworden dat voor 2021 de uitdagingen (en risico’s) in verhouding tot 2020 vooral samenhangen met het inmiddels lang aanhouden van deze crisis. Het water staat vele sectoren aan de lippen, het is voor iedereen steeds moeilijker vol te houden om aan alle regels te voldoen en de druk op de organisatie neemt verder toe. Omdat ook in dit nieuwe jaar de coronacrisis een prominente, programma-overkoepelende rol speelt, zal de paragraaf coronacrisis eveneens onderdeel uitmaken van de jaarstukken 2021.
Bijlage Totaaloverzicht extra lasten met dekking uit reserve Covid-19
Nr | Omschrijving budgetten | RIB of Raadsvoorstel | Raming Covid-19 | Werkelijk | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Opbrengsten parkeren | RIB 2020-42/70 | 1.287 | 945 | -342 | |
2 | Landelijke covid-19 steun Vorstin en filmtheater | RIB 2020-45 | 366 | 258 | -108 | |
3 | Schoonmaakkosten evenementen | RIB 2020-42 | -30 | -45 | -15 | |
4 | Verkeersbegeleiding bij afvalscheidingsstation Crailo | RIB 2020-42 | 32 | 46 | 14 | |
5 | Vergoeding sporthalbeheerders | RIB 2020-42 | 37 | 27 | -10 | |
6 | Noodfonds provincie Noord-Holland | RIB 2020-51/70 | 70 | 68 | -2 | |
Pacht kermis | RIB 2020-42 | 79 | 79 | - | ||
Totaal programma 1 | 1.841 | 1.377 | -464 | |||
8 | Ouderbijdrage kinderopvang | RIB 2020-42 | 45 | 45 | -0 | |
Totaal programma 2 | 45 | 45 | -0 | |||
9 | Capaciteit Sociaal plein | RIB 2020-42 | 350 | 58 | -292 | |
10 | Buitenreclame | RIB 2020-70 | 93 | 43 | -50 | |
11 | Inhuur economie en media | RIB 2020-70 | 75 | 43 | -32 | |
12 | Druktemeter | RIB 2020-42 | 75 | 78 | 3 | |
13 | Coronaproof openbare ruimte | RIB 2020-70 | 25 | 27 | 2 | |
14 | Marktgelden | RIB 2020-42 | 30 | 31 | 1 | |
15 | Subsidie voedselbank | RIB 2020-42 | 34 | 34 | - | |
Totaal programma 3 | 682 | 314 | -368 | |||
16 | Facilitaire dienstverlening | RIB 2020-42/70 | 202 | -101 | -303 | |
17 | Tegemoetkoming thuiswerken | RIB 2020-70 | 110 | 104 | -6 | |
18 | Inhuur communicatie | RIB 2020-42 | 170 | 172 | 2 | |
19 | ICT | RIB 2020-42 | 106 | 92 | -14 | |
20 | Inhuur crisisbeheersing | RIB 2020-42 | 85 | 117 | 32 | |
21 | Inhuur griffie | RIB 2020-70 | 25 | 14 | -11 | |
22 | Leges paspoorten, NID kaarten en rijbewijzen | RIB 2020-42/70 | 82 | 73 | -9 | |
23 | APV leges | RIB 2020-42/70 | 50 | 42 | -8 | |
24 | Inhuur juridische advisering | RIB 2020-70 | 35 | 34 | -1 | |
Totaal programma 4 | 865 | 546 | -319 | |||
25 | Precariobelasting | RV 01-07-2020 en RIB 2020-70 | 231 | 232 | 1 | |
26 | Inhuur uitvoering Wet WOZ | RIB 2020-70 | 35 | 18 | -17 | |
Totaal programma 5 | 266 | 250 | -16 | |||
Totaal alle programma's | 3.699 | 2.532 | -1.167 | |||
Inzet onvoorzien | -150 | -150 | - | |||
Onttrekking uit reserve Covid-19 | -3.549 | -2.382 | 1.167 |